De Administratie Opmetingen & Waarderingen verstuurt begin november herinneringsbrieven naar de belastingplichtigen die nog geen aangifte hebben gedaan van hun in het buitenland gelegen onroerende goederen.In juni kondigden we aan dat u uw aangifte kunt indienen om het kadastraal inkomen van uw buitenlandse onroerende goederen te bepalen. De Administratie Opmetingen & Waarderingen (voorheen kadaster genoemd) verstuurde daarvoor het desbetreffende formulier naar ongeveer 170.000 betrokken belastingplichtigen. Heeft u uw aangifte nog niet ingediend? Dan ontvangt u vanaf begin november een herinneringsbrief.Bent u eigenaar van een in het buitenland gelegen onroerend goed verworven vóór 1 januari 2021?In dat geval hebt u van ons dit aangifteformulier ontvangen dat toelaat het kadastraal inkomen van uw in het buitenland gelegen onroerend goed te bepalen. U kunt uw aangifte indienen:

FOD Financiën – AAPD – Cel Buitenlands KI Gaston Crommenlaan 6 – bus 459 9050 LedebergU heeft nog tot 31 december 2021 de tijd om uw goederen aan te geven. Hebt u dat vandaag nog niet gedaan, dan mag u vanaf 3 november een herinnering verwachten. Geen aangifte indienen, kan leiden tot een administratieve boete van 250 tot 3.000 euro. Wanneer u uw aangifte in de personenbelasting samen met uw partner indient, hebben we u daarom uit voorzorg beiden de herinneringsbrief bezorgd zelfs als slechts één van u een in het buitenland gelegen onroerend goed bezit. In dat geval moet uiteraard alleen u als eigenaar van het onroerend goed een aangifte indienen.

KOCHT U NA 1 JANUARI 2021 EEN ONROEREND GOED AAN DAT IN HET BUITENLAND GELEGEN IS?

Dan moet u dat spontaan melden binnen de 4 maanden na de aankoop. U kunt uw aangifte op dezelfde manieren indienen als voor de goederen verworven voor 1 januari 2021.

EN NA UW AANGIFTE?

Na ontvangst van uw aangifte(n) zal de administratie Opmetingen & Waarderingen voor elk onroerend goed of groep van onroerende goederen een kadastraal inkomen vaststellen en u elk kadastraal inkomen per aangetekend schrijven meedelen. U heeft de mogelijkheid om binnen een termijn van 2 maanden bezwaar in te dienen tegen het betekend kadastraal inkomen, overeenkomstig artikel 499 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. De eerste notificaties worden begin 2022 verstuurd.Ter herinnering: Het nieuw kadastraal inkomen van uw onroerend goed gelegen in het buitenland zal vanaf de aangifte in de personenbelasting die u in 2022 moet indienen (voor uw inkomsten van 2021) gebruikt worden om uw onroerende inkomsten vast te stellen. Voor uw aangifte in de personenbelasting van dit jaar (voor uw inkomsten van 2020)verandert er dus niets.

NOOD AAN BIJKOMENDE INFORMATIE?

Raadpleeg de FAQ over de bepaling van het KI en de FAQ over het onroerend inkomen.Vindt u daar geen antwoord op uw vraag? Stel uw vraag per mail aan het adres foreigncad@minfin.fed.be(link stuurt een e-mail) of neem contact op met het Contactcenter van de FOD Financiën op het nummer 02 572 57 57.

EFAA International Conference 2021 – COVID-19: SMPs Recovering Smarter, Stronger and SustainableOn 22 October 2021 EFAA, for the first time it its 26-year history, hosted as a hybrid event its International Conference, ‘COVID-19: SMPs Recovering Smarter, Stronger, Sustainable’. Some 30 delegates, comprising the leadership of EFAA’s member organisations, speakers, and special guests, convened in person at the Thon Europe Hotel in Brussels. Another 100 delegates joined remotely.Salvador Marin, EFAA President, said in his opening address that “the event underlines how EFAA has successfully adapted to a new normal and, in collaboration with its member organizations, is helping to lead the digital and sustainable transition of small- and medium-sized practices accountancy and tax practices (SMPs) across Europe.”IFAC President Alan Johnson gave a keynote presentation and concluded that: “SMEs are critical to viable and sustainable economies everywhere. Accountants and Auditors for SMEs play an invaluable role in supporting SMEs achieve sustainable recovery from the economic impact of Covid-19. As we move from crisis to recovery, we should take every opportunity to contribute to a more sustainable world that is also more equitable and fairer for all; professional accountants will play their part in making this possible”.The conference stressed that SMPs, post-COVID-19, stand to play a crucial role in helping SMEs recover from the coronavirus crisis, build their resilience, and ensure their digital and sustainable transition. Being effective in this role will demand that they be smarter, stronger, and sustainable. SMPs will need to transform their practices by accelerating the adoption of digital technologies and broadening their services. New services may include advisory services related to early warning, insolvency, and sustainability as well as accounting services that include sustainability and non-financial reporting. SMPs’ role as trusted advisor to their SME clients will grow ever more important.In Session I: Achieving Sustainability – How can Small- and Medium-Sized Accountancy Practices Contribute? the moderator, EFAA Director Paul Thompson, was joined by panellists Thomas Verheye, Principal Advisor Green Finance and Investment at European Investment Fund (EIF), Luc Hendrickx, Director at SMEunited, and Usha Ganga, Theme Director Sustainability at NBA. The panel discussed the role to be played by SMPs in helping SMEs make the sustainable transition, including advice on sustainable practices, accessing sustainable finance and sustainability reporting and assurance. It was agreed that SMPs stand to play a key role in helping SMEs create, preserve and report on the value they create. This will demand a concerted effort by professional accountancy organizations to help build the capacity of SMPs to embrace this new role. It was also agreed that SMEs need tools adapted to their needs and capabilities to help them become greener and more sustainable.In Session II: Stronger – Diversifying Service OfferingInge Buffolo, Director Customer Department at EUIPOMike Suffield, Director of Professional Insights at ACCA, Nelson Ferreira, Adviser at OCC, and Morten Moller, Network Coordinator at Early Warning Europe, joined by the moderator, Robin Jarvis, Professor of Accounting and Finance at Brunel University London, discussed possible ways of supporting SMPs and making them stronger by helping them to broaden the range of services they provide. The panel explored the new services for the future and what kind of skills and qualifications are needed to effectively deliver them. All the panellists recognised the importance of the wider services which SMPs can provide for SMEs outside traditional accounting services. It was felt important that SMPs network with other SMPs which may be specialising in niche areas of service to SMEs as well as with other service providers to SMEs. Panellists acknowledged a tendency of regulators not to recognise the wide range of services SMPs could provide to SMEs and not to consult SMP organisations, like EFAA, in developing policy and regulation relating to the support of SMEs. Finally, it was noted that technology has given SMPs a greater opportunity to diversify their service offerings.In the final session, Session III: Smarter – The Digital Transformation, panellists Bart Van Coile, President, ITAA, Ardiana Bunjaku, Executive Director, SCAAK, Esteban Romero-Frías, Chair of the Economistas Digital Working Group, and Patrick de Veer, Founder of Greenaumatic, joined the moderator, Martin de Bie, Chair of the EFAA Digital Working Group. The panellists shared their experience in the digitalisation of professional accountancy bodies (PAOs), including EFAA member organisations, as well as on how to effectively support SMPs as they undertake their digital transformation.In conclusion, Salvador Marin noted that “while COVID-19 has brought much suffering and disruption, there are silver linings in the coronavirus cloud – namely the opportunity for SMPs to become smarter, stronger, and sustainable and help SMEs ‘build back better’. EFAA is collaborating with its member organisations to help SMPs seize this opportunity.”For more information: Please contact EFAA Secretariat

De Commissie publiceert een nieuw ontwerpadvies over splitsingen van vennootschappen met rechtspersoonlijkheid onderworpen aan het Belgisch recht die belastingneutraal werden uitgevoerd. Dit in het licht van de nieuwigheden ingevoerd door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Er wordt meer bepaald rekening gehouden met de schrapping van het kapitaalbegrip bij de coöperatieve en besloten vennootschappen en met de invoering van een regeling voor splitsingen van verenigingen en stichtingen gebaseerd op de regeling die van toepassing is op splitsingen van vennootschappen.Reacties en waardevolle inbreng van het publiek kunnen mee in rekening worden genomen bij de afwerking van het definitief advies.Reageren op dit ontwerpadvies kan tot en met vrijdag 17 december 2021.Tel +32 (0)2 221 83 00Email: cnc-cbn@cnc-cbn.be

eStox blijft evolueren: Hierbij de belangrijkste recente updates, hieronder vindt u meer details.

  • Kapitaalsverhoging
  • Nieuwe samenwerkingsovereenkomst

De volledige release notes vindt u in bijlage. (1.09 + 1.10)

1.      Kapitaalsverhoging zonder nieuwe aandelen

Op vraag van veel leden werden de mogelijkheden bij kapitaalsverhoging in eStox uitgebreid: het is nu ook mogelijk

  • een kapitaalsverhoging zonder nieuwe aandelen door te voeren
  • een bijdrage in contanten zonder nieuwe aandelen door te voeren

U kunt nu dus in de lijst 2 nieuwe transacties vinden zie screenshots hieronder.

2.      Samenwerkingsovereenkomst

Ook het samenwerkingscontract tussen eStox en notarissen/ITAA-leden werd aangepast: om eStox te blijven gebruiken moeten gebruikers de nieuwe overeenkomst tekenen en opladen. Nieuwe gebruikers krijgen meteen de nieuwe overeenkomst bij het opstarten.

Bestaande gebruikers klikken op de rode balk en kunnen dan op onderstaand scherm de overeenkomst downloaden door op de taal van hun keuze te klikken. Gelieve de overeenkomst nadien getekend opnieuw opladen in eStox en klikken op bevestigen. Zie screenshot hieronder.

Screenshots FR:

Accountants en belastingadviseurs willen op de hoogte blijven van de recentste ontwikkelingen in hun vakgebied. Daarbij is het opzoeken van informatie op het internet, het delen van interessante artikels en publicaties, en het uitwisselen van informatie met collega’s, opdrachtgevers, raadslieden en de overheid essentieel.

Wat vaak vergeten wordt, is dat veel van deze werken auteursrechtelijk beschermd zijn. Denken we maar aan vaktechnische werken, artikels over vennootschaps-, fiscaal of sociaal recht, persartikels, foto’s en illustraties. Auteursrechtelijk beschermde werken kunnen online weliswaar (tegen betaling of gratis) gelezen worden, maar voor de reproductie (op papier of digitaal op smartphone, tablet, harde schijf…) en de communicatie (via mail, Zoom/Teams, intranet, Powerpointpresentaties …) van deze werken is wettelijk een voorafgaande toelating van de rechthebbende vereist.

Als je deze werken wil reproduceren en intern of extern delen met respect voor het auteursrecht, dan is het sterk aangeraden om de gecombineerde licentie van REPROBEL af te sluiten. Deze licentie regelt niet alleen de REPROBEL-bijdrage die je wettelijk moet voldoen voor de fotokopies (KB’s van 5 maart 2017), maar biedt ook een omvangrijke aanvullende dekking voor prints en voor digitale reproductie en communicatie van dergelijke werken.

REPROBEL biedt de gecombineerde licentie aan met het mandaat van de Belgische auteurs en uitgevers. Via 40 bilaterale representatieovereenkomsten met buitenlandse partners omvat de REPROBEL-licentie ook een nagenoeg wereldwijd repertoire.

De gecombineerde licentie van REPROBEL faciliteert eveneens thuiswerk en digitalisering, en biedt de professionele gebruiker maximale rechtszekerheid en gebruiksgemak. Meer informatie hierover vind je in deze handleiding en dit juridische artikel, en op de website van REPROBEL.

Het ITAA en REPROBEL hebben voor referentiejaar 2021 een sectorovereenkomst afgesloten. De ITAA-leden die voor 2021 willen intekenen op de gecombineerde licentie inclusief digitaal gebruik van REPROBEL, kunnen dit doen met een korting door het invullen van een specifieke promocode bij hun portaalaangifte. Deze aangifte is erg gebruiksvriendelijk en is in minder dan tien minuten afgerond. De meeste grote ondernemingen in België (ook in de boekhoud- en consultancysector) hebben reeds een dergelijke overeenkomst met REPROBEL. Door de sectorovereenkomst tussen het ITAA en REPROBEL zullen ook kleine en middelgrote kantoren van dezelfde korting kunnen genieten. Meer informatie over de REPROBEL campagne 2021 volgt in het najaar.

De ITAA-leden die dit wensen, kunnen er ook nog steeds voor kiezen om de gecombineerde licentie van REPROBEL niet af te sluiten en om enkel hun papieren reproducties van beschermd werk aan te geven op het portaal. Onvolledige of foutieve aangiftes kunnen dan wel aanleiding geven tot wettelijk voorziene controles en sancties. Door in te tekenen op de REPROBEL-licentie vermijdt u dit en zorgt u er tegelijk voor dat ook uw digitale gebruikshandelingen de rechten van auteurs en uitgevers respecteren.

REPROBEL en het ITAA zijn bijzonder verheugd over hun samenwerking, die accountants en tax advisors toelaat om zonder zorgen maximaal informatie en kennis te delen, zowel op papier als digitaal. De REPROBEL-vergoeding zorgt ervoor dat auteurs en uitgevers correct vergoed worden voor het gebruik van hun werken, zodat ze kunnen blijven informeren, investeren en innoveren.

Het Instituut stelt alles in het werk om aan zijn leden en stagiairs de nodige vorming en gratis beroepsdocumentatie ter beschikking te stellen. Denk daarbij aan de informatie die het ITAA bezorgt via het ITAA-zine, ITAA-ACcTUA en de ITAA-Flash. Maar ook de jaarlijkse publicatie van de aangiftegidsen inzake btw, personenbelasting, vennootschapsbelasting of de ITAA-lex. We mogen tot slot het BeExcellent-platform niet vergeten waar u een schat aan beroepsdocumentatie en modellen kan terugvinden.

Onvoldoende dossierkennis

Daarentegen behoort het beantwoorden van de vele dossier-gerelateerde vragen die het ITAA ontvangt niet tot onze wettelijke opdrachten. Het zal u niet verwonderen dat enkel u, als beroepsbeoefenaar en vertrouwenspersoon van uw cliënt, elk detail van het individuele dossier alsook zijn juiste context kent en correct kan inschatten.

Indien het ITAA op deze specifieke technische vragen zou antwoorden zonder kennis van de volledige context van het dossier, bestaat een niet denkbeeldig risico dat ons antwoord een onvolledig en onjuist advies zou zijn in het concrete dossier. Met alle mogelijke gevolgen inzake de aansprakelijkheid van uzelf en desgevallend het Instituut ten aanzien van uw cliënt. Soms zal bovendien het advies van een confrater, gespecialiseerd in de betreffende materie, of van een andere (bijv. juridische) beroepsbeoefenaar aangewezen zijn. Alleen u kan, in het belang van uw cliënt, het best inschatten op wie u desgevallend een beroep wenst te doen.

Welke vragen dan wel?

Daarom werd in september 2019 beslist dat de diensten van het ITAA antwoorden op vragen betreffende:

  • De materies waarin het ITAA bevoegd is, zoals vragen inzake de stage of uw stagedossier, vragen rond deontologie, antiwitwaswetgeving of het wettelijk kader van de beroepsreglementering, vragen over de kwaliteitstoetsing …;
  • De normen en richtlijnen uitgaande van het Instituut;
  • Het gebruik en de werking van de tools die het ITAA aan zijn leden en stagiairs aanbiedt zoals Unified by Invoicing, BeExcellent, eStox, Companyweb, Excel for Accountancy;
  • De interpretatie van artikels die het ITAA heeft gepubliceerd;
  • Algemene vragen die alle leden en stagiairs kunnen aanbelangen in hun dagelijkse beroepspraktijk. Denk bijvoorbeeld aan de interpretatie van (recente) wetgeving. Deze zullen, na interne beoordeling over het algemene belang van de vraag, niet individueel maar via een algemene FAQ worden beantwoord en op onze website worden gepubliceerd.

Dit bericht is bedoeld om de juiste draagwijdte van de tussenkomst van het ITAA te verduidelijken aan onze confraters zodat er wederzijds geen foute verwachtingen of frustraties ontstaan.

Het ITAA heeft onlangs tal van vragen van haar leden ontvangen over de aanduiding van compliance-functies en de uitvoering van de waakzaamheidsverplichtingen op het gebied van het voorkomen van het witwassen van geld wanneer geen diensten rechtstreeks voor cliënten worden verricht. Hier volgen, bij wijze van voorbeeld, enkele vragen die de legitieme bezorgdheid van beroepsbeoefenaars samenvatten:

 

  • Ik ben accountant en bedrijfsrevisor. Voor mijn IBR-kantoor heb ik al alle formaliteiten in orde gebracht voor de AMLCO en VPHN. Ik heb echter van de fiscus ook een BTW-nummer natuurlijke persoon moeten aanmaken voor mijn lidmaatschap van het ITAA waarmee ik geen omzet heb. Moet ik desalniettemin AWW-verantwoordelijken aanduiden als ik geen klanten heb? En hoe kan ik de bijhorende verplichtingen in orde brengen als ik geen klanten heb om na te gaan te controleren (bv: AMLCO jaarverslag)?
  • Als ik op het ITAA-portaal kijk dan moest ik bij mijn zaak als natuurlijk persoon ook een AMLCO/ VPHN invullen.  Dit is momenteel een slapend ondernemingsnummer, en er zijn van hieruit dus geen facturen naar klanten. Ik heb momenteel mezelf als AMLCO/ VPHN opgeschreven, mag dit blijven of is dit niet nodig daar er geen facturatie is en dit normaal ook niet meer zal zijn.
  • Ik ben een extern lid van het ITAA, maar ik voer geen activiteiten uit voor cliënten. Moet ik een AMLCO en een verantwoordelijke op het hoogste niveau aanstellen, een handboek met interne procedures opstellen en een jaarlijks activiteitenverslag opstellen?

Om een antwoord te bezorgen op de vragen van deze leden, is het ITAA in de loop van de maand mei 2021 naar de CFI getrokken om samen met hun vertegenwoordigers het te hebben over een pragmatische oplossing die de administratieve lasten van het bestrijden van witwassen van geld zou kunnen vereenvoudigen in de situaties die dat rechtvaardigen.

Alle betrokken partijen waren het eens over de noodzaak om de antiwitwaswetgeving te interpreteren in het licht van (i) de nagestreefde doelstelling om witwassen te voorkomen en (ii) het beginsel van evenredigheid met betrekking tot het risico, vervat in artikel 8 van de wet van 18 september 2017 inzake de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en de beperking van het gebruik van contanten.

(*) Art. 8. § 1. De onderworpen entiteiten ontwikkelen en passen doeltreffende gedragslijnen, procedures en interne controlemaatregelen toe die evenredig zijn met hun aard en omvang :

1° om te voldoen aan de bepalingen van deze wet, van de besluiten en reglementen genomen ter uitvoering ervan en van de uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2015/849, en om de op het niveau van de Europese Unie, België en de onderworpen entiteit zelf geïdentificeerde desbetreffende risico’s te beperken en effectief te beheren; (…)

Gezamenlijk standpunt van het ITAA en de CFI:

  1. Het primerend criterium voor het bepalen van de waakzaamheidsverplichtingen in verband met het witwassen van geld is het volgende: heeft de beroepsbeoefenaar die diensten verricht voor een of meer ondernemingen, al dan niet zijn eigen cliënten?

Wanneer het antwoord op deze vraag negatief is, zullen beroepsbeoefenaars kunnen kiezen voor een evenredige modulering van hun verplichtingen op het gebied van de voorkoming van het witwassen van geld.

Deze mogelijkheid zal alleen mogelijk zijn voor beroepsbeoefenaars die geen eigen cliënteel hebben en die structureel samenwerken met een andere economische beroepsbeoefenaar.

Om u in staat te stellen zelf te bepalen of u in aanmerking komt voor de evenredige modulering van de AWW-verplichtingen, leek het ons noodzakelijk de volgende begrippen te definiëren:

  • “afwezigheid van eigen cliënten”: de beroepsbeoefenaar verricht geen boekhoudkundige of fiscale diensten rechtstreeks voor een cliënt, met dien verstande dat een cliënt iedere natuurlijke of rechtspersoon is die geen economische beroepsbeoefenaar is.
  1. Wat wordt bedoeld met evenredige modulering van de antiwitwasverplichtingen?

Beroepsbeoefenaars die aan de bovenstaande voorwaarden voldoen, zullen ervoor kunnen kiezen hun AWW-verplichtingen proportioneel te moduleren. Concreet zal deze evenredige modulering de vorm aannemen van een vermindering van de administratieve lasten in verband met de preventieve anti-witwasverplichtingen, d.w.z. geen verplichting om (*):

(*) Op deze wijze kan een accountant die gespecialiseerd is in douanezaken en slechts incidenteel diensten verleent op verzoek van een andere onderneming, niet worden beschouwd als een beroepsbeoefenaar die op regelmatige en voortdurende wijze werkzaamheden voor deze andere onderneming verricht. Hij moet dus worden geacht geen deel uit te maken van het personeel van de onderneming die een beroep op hem heeft gedaan, en moet zijn eigen AWW-verplichtingen vervullen, zonder zich te kunnen beroepen op de AWW-verplichtingen welke in de andere onderneming uitgewerkt zijn en toegepast worden.

  • een clientacceptatiebeleid (CAP) uit te werken
  • een eigen risicoanalyse uit te werken
  • een eigen intern klokkenluiderskanaal (Whistleblowing(**)) op te zetten

(**) Dit kanaal moet binnen de onderneming worden opgezet om het personeel in staat te stellen inbreuken op de AML-vereisten te melden aan de AMLCO en, in voorkomend geval, aan de verantwoordelijke van het hoogste niveau, via een specifiek, onafhankelijk en anoniem kanaal.

  • een AMLCO aanwijzen (het ontbreken van een verplichting om een AMLCO aan te wijzen, houdt uiteraard ook in dat er geen verplichting bestaat om een jaarlijks activiteitenverslag op te stellen)
  • een verantwoordelijke op het hoogste niveau aan te wijzen;

Alle verplichtingen kunnen worden gecentraliseerd op het niveau van de operationele onderneming(en) waarvoor de economische beroepsbeoefenaar de diensten verricht.

Dit is een optie, maar geen verplichting voor beroepsbeoefenaars (***).

(***)- De beroepsbeoefenaar kan bijvoorbeeld altijd besluiten om binnen de onderneming die geen eigen cliënten heeft, personen aan te duiden die de functies van AMLCO en verantwoordelijke persoon van het hoogste niveau uitoefenen (met dien verstande dat deze personen verschillend kunnen zijn van diegene welke binnen de operationele vennootschap zijn aangesteld). De centralisatie van AML-maatregelen op het niveau van het operationele kantoor moet worden gezien als een administratieve vereenvoudiging voor ITAA-leden, niet als een bindende verplichting.

  1. Wat dient u te doen wanneer u zich in een situatie bevindt waarin u meent baat te hebben bij een evenredige modulering van uw AWW-verplichtingen?

Het ITAA werkt actueel aan de wijzigingen in het ITAA-portaal om deze versoepeling van de verplichtingen ter voorkoming van het witwassen van geld in de praktijk te kunnen omzetten.

Wij verzoeken u nog even geduld te willen uitoefenen voordat u voor evenredige  modulering kiest. In tussentijd verwacht het ITAA geen specifieke actie van u. Zodra het platform geactualiseerd werd, zullen wij u vragen de nodige stappen te ondernemen om de optie alsnog te activeren, wanneer van toepassing.

  1. Conclusie

Na het standpunt van het ITAA te hebben uiteengezet, komen wij tot het volgende concreet besluit voor wat de vragen aan het begin van deze tekst betreft:

  • De beroepsbeoefenaar die zowel lid is van het ITAA als van het IBR, maar welke geen eigen cliënteel heeft als ITAA-lid, zal, indien hij dit wenst, l kunnen aansluiten bij het IBR-kantoor, op voorwaarde dat hij er een structurele samenwerking mee heeft. Bijgevolg zal de beroepsbeoefenaar worden vrijgesteld van de volgende verplichtingen binnen de ITAA-onderneming: i) een AMLCO en een verantwoordelijke op het hoogste niveau aanstellen, ii) een cliëntacceptatiebeleid uitwerken, iii) een eigen risicoanalyse uitvoeren, iv) een eigen intern klokkenluiderskanaal opzetten. Alle AWW-verplichtingen worden, indien de beroepsbeoefenaar dat wenst, gecentraliseerd op het niveau van het bij het IBR geregistreerde operationele kantoor.

Laten we nog verder gaan in de redenering: stel dat de beroepsbeoefenaar, die zowel lid is van het ITAA als van het IBR, een atypische verrichting ontdekt. In principe zal deze atypische verrichting logischerwijze worden opgespoord binnen het operationeel kantoor welke bij het IBR erkend is, aangezien het deze onderneming is welke haar eigen cliënteel heeft. De AMLCO van het operationeel kantoor is verantwoordelijk voor het opstellen van de melding in geval van een atypische verrichting en, in voorkomend geval, voor de indiening van de melding bij het CFI.  De beroepsbeoefenaar – die geen eigen cliënteel heeft – behoeft echter niet noodzakelijkerwijs via het binnen het operationeel kantoor voorziene kanaal te gaan. Hij kan dus, indien hij dat wenst, zelf de aangifte bij het CFI indienen zonder verplicht te zijn zich tot het operationeel kantoor te wenden.

  • De beroepsbeoefenaar die momenteel een “niet-actief” ondernemingsnummer heeft voor zijn eenmanszaak als natuurlijke persoon omdat er geen facturatie aan cliënten plaatsvindt, heeft de volgende keuze:

– ofwel zijn registratie als AMLCO behouden en de verantwoordelijke op het hoogste niveau zijn voor zijn eenmanszaak als natuurlijk persoon (met alle antiwitwasverplichtingen die deze keuze met zich meebrengt)

– of zich aansluiten bij een vennootschap waarmee hij een structurele samenwerking deelt.

  • De beroepsbeoefenaar die extern lid is van het ITAA maar geen activiteiten voor cliënten verricht, zal niet verplicht zijn een AMLCO noch een verantwoordelijke op het hoogste niveau aan te stellen, noch een intern procedurehandboek op te stellen, noch een jaarlijks activiteitenverslag op te stellen. De beroepsbeoefenaar kan zich aansluiten bij een operationeel kantoor waarvoor hij/zij op regelmatige basis werkzaamheden verricht.


In mei 2021 werden enkele belangrijke verbeteringen doorgevoerd in eStox. Het gaat concreet om de volgende punten:

  • effectenhouders die niet gekoppeld zijn aan transacties verwijderen
  • de jaarlijkse UBO-herbevestiging
  • een vernieuwd PDF uittreksel genereren dat er professioneler en moderner uitziet

Hieronder vindt u in detail hoe dit in werking treedt in de applicatie.

  1. Effectenhouders schrappen

Alle effectenhouders die niet verbonden zijn aan een verrichting, kunnen nu verwijderd worden in het overzicht “Effectenhouders”:

            2. Jaarlijkse UBO herbevestiging

Vanaf deze release zal eStox in het UBO-register nagaan of de jaarlijkse herbevestiging voor een bepaald bedrijf al dan niet gedaan moet worden. eStox zal wekelijks nagaan (op maandagavond) voor welke vennootschappen de jaarlijkse herbevestiging moet plaatsvinden. Zodra de laatste UBO-registratie 11 maanden geleden is, zal eStox het notaris- of accountantskantoor verbonden aan de vennootschap verwittigen:

  • Indien de UBO-instelling op ‘Automatisch verwerken’ staat, zal eStox automatisch proberen de jaarlijkse herbevestiging te registreren en een e-mail sturen naar het betrokken kantoor en de gekende gebruikers om het resultaat te bevestigen.
  • Indien de UBO-instelling op ‘Goedkeuring’ staat, zal eStox een notificatie e-mail sturen naar het kantoor en de gekende gebruikers zodat die de voorgestelde herbevestiging kunnen nakijken, en afwijzen of doorsturen naar het UBO-register.

Voor bedrijven die de UBO-instelling op ‘Niet actief’ hebben staan, verschijnt het jaarlijkse herbevestigingsvoorstel in het UBO-scherm als volgt:

Nadat een jaarlijkse herbevestiging uitgevoerd is, wordt het geüpload in het UBO-scherm:

                    3. Vernieuwd PDF-uittreksel van het effectenregister

Het PDF-uittreksel in eStox is verbeterd, de volgende punten werden aangepakt:

  • U kan nu kiezen of u de geannuleerde transacties wenst te vertonen op de PDF-versie:

  • Snellere generatie van het PDF-extract en met minder fouten
  • Het eStox-logo en verwijzing naar de eStox-website zijn toegevoegd
  • Op de overzichtspagina zijn de maker, datum van aanmaak en datum van de laatste transactie toegevoegd
  • Waarden worden correct afgerond op 2 decimalen
  • Beschrijvingen van transacties worden nu vertaald en verbeterd
  • De aanduiding van onverdeelde breuken, vruchtgebruik en blote eigendom is verbeterd
  • De knoppen om het uittreksel te downloaden, zijn verduidelijkt
  • Als een uittreksel is aangemaakt in de demo-omgeving, is een watermerk toegevoegd dat dat uittreksel alleen voor demodoeleinden is

Net zoals bij de vroegere Instituten, IAB en BIBF, heeft de Raad en de algemene vergadering van het ITAA het statuut van “erelid ITAA” in het leven geroepen (onder bepaalde voorwaarden was een eretitel voorzien voor wie zijn/haar beroepsactiviteiten had stopgezet, nvdr.). Hieronder vindt u de voorwaarden en de procedure om het erelidmaatschap aan te vragen.

Welke voordelen krijgt een erelid precies?

Leden die op een bepaald moment in hun loopbaan als (gecertificeerd) accountant of gecertificeerd belastingadviseur beslissen om geen activiteiten meer uit te voeren, doch die nog een zekere band met het Instituut wensen te bewaren, kunnen voor het statuut van erelid kiezen. Met dit statuut kunnen ze onder andere:

  • De titel “Erelid ITAA” voeren
  • Aanwezig zijn op een algemene vergadering van het ITAA (zonder stemrecht)
  • Uitgenodigd worden op netwerkevenementen van het ITAA
  • Elektronische communicatie ontvangen van het ITAA
  • Genieten van kortingen en speciale aanbiedingen van het Instituut, bijv. voor een reeks handboeken

Welke voorwaarden zijn verbonden aan het statuut van erelid?

Wie erelid wil worden moet:

  • Minstens 10 jaar lid zijn geweest van het ITAA, of van één van zijn de vroegere Instituten IAB of BIBF.
  • Alle activiteiten van (gecertificeerd) accountant en/of gecertificeerd belastingadviseur worden stopgezet. Bovendien oefenen zij evenmin beroepsactiviteiten uit die verward kunnen worden met die van (gecertificeerd) accountant en/of gecertificeerd belastingadviseur.
  • Tijdens zijn/haar loopbaan als (gecertificeerd) accountant en/of gecertificeerd belastingadviseur geen tuchtstraf hebben opgelopen, tenzij deze werd uitgewist of het lid eerherstel heeft verkregen.
  • De hoedanigheid van (gecertificeerd) accountant en/of gecertificeerd belastingadviseur werd niet ingetrokken door een terechtwijzing.

Wat verwacht het ITAA van een erelid?

Ereleden zullen:

  • Blijk geven van sociale, morele en professionele waardigheid
  • Blijk geven van respect t.o.v. het Instituut en zijn leden
  • Een verminderde ledenbijdrage betalen. Voor 2021 werd deze door de algemene vergadering vastgelegd op 70,00 euro per jaar

Ik ben erelid van één van de vorige Instituten. Verandert er iets voor me?

Wie al erelid is van het IAB of van het BIBF kan kiezen:

  • Ofwel behouden zij hun titel “Erelid IAB” of “Erelid BIBF”;
  • Ofwel kunnen zij de titel “Erelid ITAA” aanvragen, met dien verstande dat ze akkoord gaan met de rechten en plichten van een erelid ITAA. In dit geval verliest men de titel van “Erelid IAB” of “Erelid BIBF”. Let wel: beide erelidmaatschappen zijn niet combineerbaar.

Ik wil erelid worden. Hoe gebeurt dat dan?

Voorlopig heeft het Instituut nog geen gedigitaliseerd formulier om het statuut van erelid aan te vragen. Wie erelid wil worden, stuurt zijn gemotiveerde aanvraag per e-mail naar publicregister@itaa.be. De Raad zal daarna een beslissing nemen over uw aanvraag.