Begin dit jaar is de nieuwe norm permanente vorming in werking getreden. U zal nu voor de eerste keer een jaarverslag permanente vorming indienen, rekening houdend met de bepalingen van deze nieuwe norm. Aangezien daarnaast ook nog eerder door de Raad genomen versoepelingen ingevolge Covid blijven doorlopen die eveneens een impact op het jaarverslag 2021 hebben, vonden we het tijd om alles nog eens op een rijtje te zetten.

Covid-versoepelingen

Eind vorig jaar besliste de Raad van het Instituut dat het minimum voor het totale aantal te volgen uren tijdens de periode van drie opeenvolgende jaren waarin het jaar 2020 voorkomt, uitzonderlijk wordt teruggebracht tot 100 u. (i.p.v 120 u. zoals voorzien in de norm permanente vorming). Dit geldt dus voor de drie opeenvolgende jaren tot 2022 inclusief.

Vormingen op afstand zonder afsluitende toets vielen t.e.m. 30/06/2021 onder categorie A vormingen.

Nieuwe norm permanente vorming en overgangsbepalingen

• De basisregels voor het aantal uren permanente vorming zijn:
• Jaarlijks:
  • minimum van 20u
• Voor de driejarige periode:
  • een minimum van 120u (Opgelet, dit wordt herleid naar 100u tot in 2022, zie hierboven)
  • Hierbij dient rekening te worden gehouden met de volgende verdeling:
    • Vormingsactiviteiten van categorie A: minstens 70 % (dus minstens 84u)
    • Vormingsactiviteiten van categorie B: hoogstens 30 %
  • Minstens 84 vormingsuren integreren die betrekking hebben op de aandachtsgebieden:
    • 1: vormingen noodzakelijk voor de uitvoering van de opdrachten met een hoog competentieniveau)
    • 2: deontologie, incl. antiwitwaswetgeving
    • 4: Organisatie van het kantoor

Vormingsactiviteiten van categorie A zijn de volgende:

• Seminaries, studiedagen en/of opleidingscycli die worden georganiseerd door erkende vormingsoperatoren of erkend zijn als erkende vormingsactiviteiten

(De door u gevolgde vorming is niet erkend maar behandeld wel een of meerdere relevante vakgebieden? U  kan dan zelf een aanvraag tot erkenning indienen!)

• Vormingen op afstand (met een minimumduur van 30 minuten, aandachtscontrole en afsluitende toets)
• Het doceren aan erkende instellingen (2u permanente vorming per gedoceerd uur)
• Het opstellen van publicaties (2u permanente vorming per 3000 tekens)

Opgelet, er is een limiet van 30u permanente vorming voor het doceren en het opstellen van publicaties samen.

Vormingsactiviteiten van categorie B zijn de volgende:

• Vormingen op afstand (met een minimumduur van 30 minuten, aandachtscontrole maar zonder afsluitende toets)
• Het meewerken aan commissies, werkgroepen en cellen van het Instituut, evenals van de internationale organisaties van dewelke het Instituut lid is
• Het deelnemen aan vormingen, seminaries en studiedagen georganiseerd door kantoren en netwerken ten behoeve van hun beroepsbeoefenaars en hun medewerkers

Lectuur valt noch onder categorie A noch onder categorie B.

• Daarnaast voorziet de norm in een aantal overgangsbepalingen:

Gezien de overgang van de oude naar de nieuwe norm, drongen een aantal overgangsbepalingen zich op.

Voor de driejarige periode voor dit jaar, worden de kalenderjaren 2019 en 2020 in aanmerking genomen.

Daarnaast is het zo dat de berekening van het aantal uren categorie A en categorie B voor de kalenderjaren 2021 en 2022 op jaarlijkse basis dient te gebeuren (i.p.v. op de driejarige periode).

We verwijzen voor de volledigheid graag ook nog eens naar het blogartikel van 18 december vorig jaar waarin de nieuwe norm werd aangekondigd.